Vlaanders kantje
Download patroon in pdf (379kb) formaat
Dit patroon in Vlaanderse kant wordt geklost met Egyptisch katoen 70/2 en de sierdraden met katoenen garen 16/2. U hebt hiervoor 42 paren nodig.
Het kenmerkende van Vlaanderse kant is dat de motieven (volwerk) meestal in linnenslag gewerkt worden. Om het motief heen loopt altijd een kring van dubbele netslagen, die we het ringpaar (ringske) noemen. Tussen het ringpaar en het linnenslagmotief loopt een sierdraad.
Maak de opzet zoals op de werktekening aangegeven.
Aan de linkerzijde wordt een
randslag geklost en aan de rechterzijde
picots. De paren worden door de
sierdraad heengevoerd op de gebruikelijke wijze, echter géén draaiingen tussen het volwerk en de sierdraad!!
Om de sierdraad op zijn plaats te houden kan bij het begin van het volwerk een
'insmijting' geklost worden (linnenslag, draaien en kruisen).
De grond is geklost in
vlaanderse tralie.
Midden in het volwerk worden
sneeuwvlokjes geklost.
Werk het patroon totdat het midden van de hoek is bereikt en draai hierna het kantkussen zodat het weer in de goede werkrichting ligt.