Chrysantwerk
Download het patroon in PDF formaat
Dit patroon in Chrysantwerk wordt geklost met katoenen garen 70/2. Het aantal klossen varieert tussen 6 en 8 paren.
Begin met de ring onderaan in linnenslag met 6 paren. De bloembladen worden in 2 gedeelten geklost: begonnen wordt met de binnenzijde van het bloemblad. Bij Chrysantwerk is het gebruikelijk om zoveel mogelijk klossen door middel van
vlechtjes van een afgewerkt deel over te brengen naar een volgend stuk.
Haak daartoe 7 paren aan en klos dit gedeelte in linnenslag, met dien verstande dat aan de kant waar straks het tweede gedeelte van het bloemblad wordt aangehaakt een rechte
randslag komt (speld na 4 draden). Klos de
krulbewerking op de bloemwerkmanier en na de volledige krulbewerking kan begonnen worden met de
doorsneden spinnen. In dit gedeelte wordt ingehaakt aan elke speld van het 1e deel, d.w.z. over de zelfkant om een nerfje te krijgen.
Het grondwerk (vlechtjes met
picots) wordt zoveel mogelijk meegewerkt tijdens het klossen, dit om overbodig inhangen en uitknopen van klossen tegen te gaan.