Bloemetje in tule
Dit bloemetje wordt geklost met Egyptisch katoen 80/2 en sierdraad DMC 25.
Opzetten met valse picots: 2 paren open om de speld hangen. Rechter paar 7 x draaien, linnenslag. Met beide paren 2 linnenslagen door de horizontale paren. Neem nu 6 nieuwe paren en maak van ieder van deze paren één klosje vast rechtsboven het werk en klos met de linkerklosjes in linnenslagen door de paren van de picots.
De aansluiting met de buitenrand maken we met een linnenverbinding.
Bij de verbrede honingraat gaat één paar buitenom: hierdoor ontstaat een grotere opening.
Honingraat met puntje naar boven: let bij het werken van dit bloemblaadje goed op de werkvolgorde. Eérst de honingraatslag waar het losse pijltje naar toe wijst, dan pas kunnen de andere slagen gewerkt worden.
Bij het honingraatje met de punt naar beneden is de volgorde precies andersom. Dus het losse pijltje wijst naar de laatste slag.
Paren uit de grond die niet meer nodig zijn worden als volgt afgewerkt: draai het paar 3 x en leg de loper uit het bandje er tussendoor.
Zet de speld. Maak 2 linnenslagen met het in te nemen paar en leg het tussen de linnenparen van het bandje. Het looppaar 2 x draaien, 4 linnenslagen en een picot, 4 linnenslagen en het ingenomen paar naar boven wegleggen.
Als er 2 paren uitgenomen moeten worden, werk dan het eerste paar weg als boven, dan het looppaar 2 x draaien en kruisen met het in te nemen paar, beide paren draaien en met dubbele draden 3 linnenslagen. De draden van het ingenomen paar naar boven wegleggen en later afknopen.